Stiekem duurt een letselschadezaak best lang. Gelukkig geen twaalf jaar lang, zoals in een andere zaak wordt besproken, maar er gaan toch wel snel maanden overheen. Denk bijvoorbeeld aan de aansprakelijkheidstelling alleen, die moet eerst de deur uit. Dan moet de verzekeraar deze nog beoordelen en toetsen om te kijken of sprake is van een aansprakelijkheid. Alvorens een erkenning van aansprakelijkheid komt zijn al een aantal weken voorbij. Als aansprakelijkheid wordt erkent moet de schade in kaart worden gebracht, waar ook de nodige tijd in gaat zitten.
Zo gaat snel een jaar voorbij waar het slachtoffer van minder of zelfs geen inkomsten moet leven. Als zij daarbij ook nog geen aanspraak kunnen maken op een uitkering, of andere bronnen van inkomsten hebben, kan een slachtoffer vaak niet meer wachten tot de verzekeraar alle informatie binnen heeft. Hier kan dan sprake zijn van spoed, en bij spoed kan een kort geding voor een voorschot een uitkomst bieden. Voorwaarde is wel dat de vordering aannemelijk moet zijn en dat deze makkelijk vast te stellen is.
Ter illustratie: een buitenlandse werknemer die geen aanspraak kan maken op de uitkeringen in Nederland en verder geen enkele bron van inkomsten meer heeft, zal meer spoed bij een voorschot kennen dan een Nederlandse werknemer die door een ongeval in de Ziektewet beland. Daarentegen zal geen van beiden gevallen een bedrag kunnen vorderen voor een spelcomputer die zij op het oog hadden voor het ongeval en zouden willen kopen. De onbetaalde facturen van de fysiotherapeut kunnen daarentegen wel worden meegenomen.
Belangenafweging
Binnen een kort geding gaat het om een snelle beoordeling van spoed en aannemelijkheid, maar daar blijft het nog niet bij. Uiteindelijk komt het allemaal neer op de belangen van beide partijen. De verzekeraar loopt een risico bij het uitkeren dat zij een voorschot niet meer terugkrijgen als achteraf blijkt dat zij teveel hebben betaald of niet hoefden te betalen. Aan de andere kant staat het slachtoffer, die zonder het geld wellicht geen behandelingen kan betalen of nog erger, niet meer kan rondkomen. Die belangen dienen met elkaar te worden afgewogen door de rechter binnen een kort geding.
Het moge duidelijk zijn dat een slachtoffer wie niet meer kan rondkomen een groter belang heeft bij een voorschot dan de verzekeraar die bang is te veel te betalen. Aan de andere kant heeft een slachtoffer juist geen groter belang bij een voorschot wanneer de aansprakelijkheid onduidelijk is en de verzekeraar dus niet weet of die verplicht is om een voorschot te betalen.
De mogelijkheid om een kort geding te starten kan via Munten Letselschade. Nieuwsgierig wat de kansen zijn en welke mogelijkheden nog meer bestaan of gewoon benieuwd naar onze werkwijze? Neem contact met ons op via [email protected] of bel 06-21152677.